Als ik de rol van Mol zou krijgen, dan wil ik wel op voorhand weten dat ik de saboteur mag spelen, liefst een paar maanden op voorhand, zodanig dat ik de meeste opdrachten al een beetje ken en zelf mijn taktiek kan bepalen. Het zou voor mij denk ik onmogelijk zijn om te doen wat Elisabet heeft gedaan: totaal onvoorbereid eraan moeten beginnen, zelf niet weten welke opdrachten er nog gaan komen over twee of drie dagen, dat zou ik niet aankunnen. En ik zou het zeker niet volhouden indien ik dan er ook nog voor zou kiezen om een rolletje te spelen, waardoor ik niet mezelf kan zijn.
Maar als goed voorbereide mol, zoals Gilles, Pieter en Eline, je een aantal weken mentaal en fysiek kunnen voorbereiden, dat zou me wel liggen. Want ik kan namelijk vrij goed liegen. Mensen hebben me al heel vaak gezegd dat ze aan mijn gezicht nooit kunnen zien of ik nu de waarheid spreek of hun blaaskes aan het wijsmaken ben. Ik kan een keiharde leugen zodanig brengen dat vrijwel iedereen erin meegaat. Ik kan ook heel goed met een perfect uitgestreken gezicht een mop vertellen, maar dat is weer iets anders.
Ik zou ook helemaal mezelf blijven, zeker buiten de opdrachten. Want zoals Elisabet al aanhaalde: het eigenlijke spel werd gespeeld buiten de opdrachten en dus moest zij 24/7 haar rol blijven spelen en kon ze eigenlijk nooit de echte Elisabet laten zien tegenover haar medespelers. Als je jezelf blijft, hoef je geen rolletje te spelen en dat maakt de opdracht een stuk draaglijker.
In het begin zou ik me als mol een beetje op de achtergrond houden, opgaan in de groep, dat kan ik namelijk ook redelijk goed. Ik slaag er meestal in om me onopvallend te bewegen binnen een groep mensen. Afhankelijk van de opdracht zou ik in het begin dus er een paar opdrachten uitpikken waarin ik redelijke pogingen zou doen om het spel te saboteren. Wat dat dan juist zou zijn, hangt af van de aard van de proef. Ik denk dat ik me het best zou kunnen voelen in opdrachten die niet al te fysiek zijn, waarbij ik het op bepaalde momenten lekker fout kan doen lopen door kleine dingetjes zo onopvallend mogelijk te doen, als die dan maar een maximaal effect zouden sorteren. Bijvoorbeeld in opdrachten waarbij er moet gepuzzeld worden of iets dergelijks, denk ik dat ik de boel perfect in het honderd zou kunnen doen lopen. En in fysieke proeven zou ik net iets te weinig inzet tonen of juist heel veel, als dat de opdracht kan doen mislukken, bijvoorbeeld keihard je best doen terwijl je weet dat je in de verkeerde richting aan het lopen bent.